SPELREGELS

Regels en afspraken


Veldhockey

Vanaf O8 spelen kinderen wedstrijden. Eerst 3 tegen 3, dan 6 tegen 6 en 8 tegen 8. Pas vanaf 10 jaar spelen teams 11 tegen 11. De spelregels zijn voor teams onder de 10 jaar net een beetje anders. Tijdens een wedstrijd is het verplicht om een bitje en scheenbeschermers te dragen. Alle spelers hebben een eigen stick. Een stick heeft een platte en een bolle kant. De bal mag alleen worden gespeeld met de platte kant.


Een doelpunt is geldig wanneer de aanvallende partij de bal binnen de cirkel voor het doel raakt en de bal daarna volledig over de doellijn gaat. Een hockeywedstrijd duurt 70 minuten en is opgedeeld in 4 delen van 17,5 minuut (4 keer een kwart). Na de eerste en derde kwart is er een pauze van 5 minuten. Bij hockey mogen de spelers onbeperkt worden gewisseld tijdens de wedstrijd.


Een wedstrijd wordt gefloten door twee scheidsrechters, allebei aan één kant van het veld. Elke scheidsrechter beslist over het spel op zijn of haar helft.


Bij hockey mag je op vier manieren een bal spelen: met een slag (een zwaaiende beweging van de stick tegen de bal), met een push (een duwbeweging met de stick tegen de bal), met een flats (een techniek die tussen de slag en de push in zit) en een scoop (een scheppende beweging met de stick waardoor de bal omhoog gaat).


Shoot is een veelvoorkomende overtreding. Dan komt de bal tegen de voet, been of ander lichaamsdeel van de speler. Wanneer er shoot wordt gemaakt in de cirkel, geeft de scheidsrechter een strafcorner. Wanneer shoot een doelpunt voorkomt, krijgt de tegenstander een strafbal. In alle andere gevallen volgt een vrije slag of voordeel. Voordeel betekent dat er niet gefloten wordt en er doorgespeeld mag worden ondanks de overtreding .


Afhouden is ook een veelvoorkomende overtreding. Dan belemmer je de tegenstander bij het spelen van de bal. De scheidsrechter kan bij afhouden een vrije bal geven of een strafcorner, afhankelijk van de plek van de overtreding op het veld.


Een strafcorner is een straf voor het verdedigende team; het aanvallende team heeft meer kans om te scoren vanuit een strafcorner. Een strafcorner volgt bij shoot in de cirkel, maar ook bijvoorbeeld bij het opzettelijk over de eigen achterlijn spelen van de bal, gevaarlijk spel of de bal spelen met de bolle kant van de stick.


Bij een strafcorner staat het verdedigende team met maximaal vier veldspelers bij de keeper achter de achterlijn van het doel. Deze vier veldspelers dragen dan tijdelijk een gezichtsmasker. De andere spelers van het verdedigende team moeten achter de middenlijn staan en mogen pas op de eigen helft komen op het moment dat de bal wordt aangegeven. Van het aanvallende team staat één speler bij het strafcornerstreepje op de achterlijn naast het doel. Dit mag links of rechts van het doel zijn. Degene die de strafcorner neemt, moet met minimaal één voet buiten het veld op de grond hebben staan. De bal mag gespeeld worden via een slag of een push. De andere spelers van het aanvallende team staan buiten de cirkel. Meestal zijn dit er vijf. De strafcornernemer speelt de bal naar één van zijn teamgenoten waarbij de bal (net) buiten de cirkel moet komen.  Strafcorners worden pas gespeeld vanaf de O12 leeftijd.


Een strafbal lijkt op de penalty bij voetbal. Vanaf de stip mag degene die de strafbal neemt één keer op het doel pushen. Een strafbal wordt gegeven bij een opzettelijke overtreding binnen de cirkel.


Shoot-outs zijn 1-op-1 duels tussen een speler en de keeper. Er worden alleen shoot-outs genomen als er na een gelijkspel een winnaar bepaald moet worden. Vanaf de 23 meter lijn rent de aanvaller richting het doel en mag binnen 8 seconden proberen te scoren. Er mogen meerdere pogingen gedaan worden zolang de bal in het spel of in het veld blijft.


Bij de jeugd O10 wordt er door de spelbegeleider bij een overtreding in de cirkel (zoals shoot) geen strafcorner meer gegeven, maar een shoot-out. Alle spelers, behalve de keeper en degene die de shoot-out neemt, staan in de cirkel van het team dat de shoot-out mag nemen. De shoot-out wordt vanaf de middenlijn genomen. De speelbegeleider geeft met een fluitsignaal het begin aan van de shoot-out. Zodra die genomen is, mogen de andere spelers meedoen en uit de cirkel komen.


Zaalhockey

Teams bij zaalhockey bestaan uit maximaal 12 spelers, waarvan er 6 tegelijk in het veld staan. De wedstrijden bestaan uit 2 helften van ieder 20 minuten en maximaal 5 minuten rust tussendoor. Aan de zijkanten van het veld liggen balken, die gebruikt mogen worden om de bal te spelen. De bal is uit wanneer hij over de balken heen het veld uit gaat, of over de achterlijnen gaat. Bij zaalhockey mag alleen gepusht worden over de grond behalve bij een doelpoging; een slag, scoop of flats zijn niet toegestaan. 



Share by: